Pagina's

zondag 18 augustus 2013

Wat zijn sterrenbeelden?

De eerste sterrenbeelden waren patronen van sterren die onze voorouders gebruikten voor navigatie, het bij houden van de tijd en het vertellen van verhalen. De meeste sterrenbeelden die we nu nog gebruiken stammen van patronen benoemd door de oude Grieken en Romeinen en hebben mythen en legenden uit die tijd.

De oude Grieken waren echter niet de eersten die patronen herkenden in de sterren. De 47 sterrenbeelden die ze gebruikten waren geïntroduceerd door een Griekse astronoom Euxodus genaamd, die ze had geleerd van priesters in Egypte. Die hadden op hun beurt de sterrenbeelden geadopteerd van de Babyloniërs en ze waren als eerste herkend door de Sumeriërs rond 2,000 voor Christus. De oudste nog bestaande sterrengids dateerd uit de 2e eeuw en is geschreven door de Griekse astronoom Ptolemy. Dit werk beschrijft de positie en helderheid van duizend sterren, gearrangeerd in 48 sterrenbeelden. In de 10e eeuw werd het boek bijgewerkt door een Arabische astronoom die veel Arabische namen voor sterren toevoegde die nu nog gebruikt worden. Tot het einde van de 16e eeuw werden er geen nieuwe  sterrenbeelden meer toegevoegd. Pas toen Nederlandse ontdekkingsreizigers naar Oost-Indië voeren konden ze de zuidelijke hemel observeren die in Europa onder de horizon bleef. Twee Nederlandse navigators, Pieter Dirkszoon Keyser en Frederick de Houtman, beschreven bijna 200 nieuwe sterren en vormden twaalf nieuwe sterrenbeelden. Andere astronomen vulden de gaten tussen deze sterrenbeelden en vandaag de dag is de hemel verdeeld in 88 delen, of sterrenbeelden. De namen en grenzen werden officieel vastgelegd door de International Astronomical Union in 1930. De namen van de sterrenbeelden zijn in het Latijns, hoewel verschillende afstammen van de oorspronkelijke Griekse namen.

Achtenzestig van de sterrenbeelden zijn zichtbaar vanuit Zuid Afrika, de andere twintig liggen boven +30 graden en zijn daardoor altijd onder de horizon. Ursa Major (Grote beer) en Ursa Minor (Kleine beer), de bekendste sterrenbeelden van het noordelijk halfrond, behoren tot de twintig sterrenbeelden die hier niet zichbaar zijn hoewel een paar sterren van Ursa Major laag aan de horizon gezien kunnen worden in de winter.

De meeste mensen kennen, in ieder geval van naam, de twaalf sterrenbeelden aan de Zodiac die in astrologie gebruikt worden. De Zodiac is de band van sterren langs het pad dat de zon, maan en planeten langs de hemel lijken te volgen.
Hier op het zuidelijk halfrond is het Zuiderkruis het bekendste sterrenbeeld.

Tot een volgende keer,
Miriam

donderdag 1 augustus 2013

Ringen om de planeten

Saturnus staat bekend om zijn ringen, maar minder mensen weten dat de andere gas reuzen ook ringen hebben. Ze zijn minder spectaculair dan die van Saturnus en niet zichtbaar met amateur telescopen. Deze ringen werden pas laat in de twintigste eeuw ontdekt. Er is nog veel discussie over het ontstaat en de samenstelling van de ringen. Ringen rond planeten zijn altijd toevallige ontdekkingen geweest. Ze hebben ons gefascineerd en voor raadselen gesteld al zo lang als we van hun bestaan weten.

Jupiter
In 1979 ontdekte de ruimtesonde Voyager 1 de ringen rond Jupiter. Technisch gezien zijn ze vanaf aarde zichtbaar met de sterkste telescopen, maar ze zijn vaag en werden daardoor niet eerder gezien. De hoofd ring is plat en ongeveer 7.000 kilometer breed en minder dan 30 kilometer dik. Het is het helderste onderdeel van het systeem van ringen. Daarbuiten liggen 2 platte ringen, die veel vager zijn en geheel uit stof bestaan.

Saturnus
Het systeem van ringen rond Saturnus is niet alleen het meest spectaculaire in ons zonnestelsel, maar ook het meest complexe. Galileo zag het voor het eerst in 1610 maar wist niet wat het was en referreerde ernaar als "oren". In 1655 identificeerde de Nederlandse astronoom Christiaan Huygens het als ringen met zijn sterkere telescoop. De ringen bestaan uit stof en ijsdeeltjes, varieerend in grootte van kleine korrels tot grote blokken van enkele meters in doorsnede. Ze hebben zelfs en heel dunne atmosfeer van zuurstof. Hun gecompliceerde structuur wordt hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door de effecten op de zwaartekracht van de manen van Saturnus. De objecten in de ringen weerkaatsten veel licht en kunnen daardoor goed worden gezien, behalve als de stand zo is dat we recht op de rand kijken.

Uranus
In 1977 ontdekten astronomen de ringen rond Uranus. Dit systeem van ringen is, na dat van  Saturnus, het meest complex en bestaat uit elf verschillende ringen. De ringen zijn waarschijnlijk gemaakt van ijs en organisch materiaal, wat ze erg donker maakt. Wetenschappers geloven dat de ringen misschien slechts 600 miljoen jaar oud zijn, erg jong vergeleken met de ringsen van Jupiter, waarvan wordt gedacht dat ze tegelijk met de planeet gevormd zijn.

Neptunes
Toen de Voyager 2  Neptunus bestudeerde in 1989 werd het laatste ringen systeem van ons zonnestelsel ontdekt. Deze ringen zijn heel erg vaag en stoffig. Er zijn vijf ringen van donker, waarschijnlijk organisch, materiaal en een vage, onbenoemde ring zou daar nog buiten kunnen liggen. De buitenste van de bekende ringen is verdeeld in vijf “bogen” en is de enige bekende planetaire ring die dit heeft.